Zonden belijden

Belijden

Jezus, dank u voor uw offer
Dat u voor mij bracht
U bent voor mij gestorven
Iets dat God heeft bedacht

Ik wil mijn schuld belijden
Knielend bij het kruis o Heer
Omdat u het van mij verlangt
Doe ik dit telkens weer

En ik belijd mijn zonden
Ook aan degenen die dicht naast mij staan
En wij bidden dan samen
Vergeving vanuit uw naam

Zonden belijden

Je kunt hier regelmatig tegenaan aangelopen: moffel je je fouten weg of erken je deze fouten en belijd je je zonden? Het lijkt het meest aantrekkelijk om zonden voor anderen weg te stoppen, en dat gebeurt ook vaak. Iedereen wil immers graag zo goed mogelijk op anderen overkomen, toch? Alleen: is dat de beste weg? Welke andere keuze kun je maken en wat betekent dat?

In de Bijbel staan verschillende verhalen waarin iemand niet alleen zondige keuzes maakte, maar die deze onbespreekbaar probeerde te maken door verkeerde vervolgacties in te zetten. Het gevolg loopt altijd op hetzelfde uit: het probleem wordt daardoor niet kleiner, maar juist groter.

Na het overlijden van zijn vader werd Chanun koning van Ammon. David besloot, uit respect voor die overleden vader, zijn condoleances overbrengen. Hij stuurde daarom afgezanten naar Chanun. De adviseurs van Chanun zagen de komst van de gezanten als een vijandelijke daad en meenden een complot te ontdekken: de afgezanten van David zouden spionnen zijn. David zou willen weten hoe het koninkrijk van Chanun ingenomen zou kunnen worden. Om David van dit voornemen af te houden, werden de afgezanten niet alleen opgepakt, ze werden ook zwaar vernederd. De onderkant van hun kleren werden afgescheurd, hun baard werd aan één kant afgeschoren en zo werden ze weggestuurd. De afgezanten van David werden daardoor afgeschilderd als een stel idioten en David daarmee ook. Het was immers zijn plan geweest...

Toen de Ammonieten beseften dat ze zich bij David onmogelijk hadden gemaakt, konden ze ervoor kiezen om voor hun fouten uit te komen en naar wegen te zoeken de relatie te herstellen, maar dan moesten ze flink door het stof gaan. Dat deden ze niet. Bang voor de gevolgen, probeerden ze met spierballentaal indruk te maken. De Ammonieten brachten een leger in stelling en maakten afspraken met andere koningen om hun leger groter te maken. Ze dachten David daarmee van het lijf te houden. Het pakte anders uit. Het samengestelde leger werd finaal verslagen, waardoor juist dat gebeurde waar zij – eerst nog ten onrechte - bang voor waren. (2 Samuel 10:1-19)

Gevolgen van schijnoplossingen
Wanneer je je ogen wilt sluiten voor je fouten en zonden, moet je ermee leren leven of ermee ‘dealen’. Met dit soort oplossingen kom je uiteindelijk geen stap verder. Het voorbeeld van Chanun illustreert dat op een duidelijke manier. Hoewel dit in je eigen leven minder heftig kan zijn, kunnen dit soort schijnoplossingen er toch voor zorgen dat je de vrede kwijtraakt, die Jezus je juist wil geven. Zonden kun je als een aanklacht met je mee blijven dragen. Om weer vrede en balans in je leven te krijgen, is het nodig om schoon schip maken. Dat begint met het belijden van je zonden.

Zonden belijden
Hoewel het niet onze eerste natuur is om zonden te belijden, is hetgoed dat wel steeds te doen. Tegenover God kunnen en hoeven wij geen mooi weer te spelen: Hij kent ons en weet hoe wij in elkaar zitten. Er is dus geen reden om zonden onbeleden te laten, helemaal omdat Hij onze zonden graag vergeeft en Hij erop uit is om ons, zonder ophouden, Zijn diepe vrede en rust te laten ervaren. Jezus is gekomen om voor onze zonden – niet één uitgezonderd – te sterven. (1 Johannes 1:9) De Bijbel zegt dat hij onze overtredingen heeft kwijtgescholden, door het bewijsstuk uit te wissen. (Kolossenzen 2:13+14) De boze heeft daardoor niets meer in handen om ons aan te blijven klagen.

Wanneer je je zonden niet belijdt en dus geen schoon schip maakt, kan dit aan je blijven knagen. David heeft daar ervaring mee. In Psalm 32:3+4 schrijft hij: “Zolang ik zweeg, teerden mijn botten weg, kreunend leed ik, de hele dag. Zwaar drukte uw hand op mij, dag en nacht, mijn kracht smolt weg als in de zomerhitte.” Hij heeft ervaren wat het – ook voor zijn gemoedstoestand - betekent om vergeven te worden, en roept op om zijn voorbeeld te volgen: “Laten uw getrouwen dus tot U bidden als zij in zichzelf een zonde vinden. Stormt dan een vloed van water aan, die zal hen niet bereiken.” (Psalm 32:5+6)

God ziet je graag aankomen
Als er veel dingen zijn die je te belijden hebt, kan de gedachte opkomen: 'God ziet me weer aankomen...' Dat klopt ook. God ziet je graag aankomen, want Hij is uit op het herstellen van relaties. Daarom mag je je zonden tegenover God uitspreken. Je kunt dat met deze zinnen, die je zelf kunt aanvullen:
Heer, deze situatie wil ik graag bij u brengen: …
Dit was mijn aandeel daarin, die niet goed was: ...
Ik verlang ernaar dat ...

De relatie met anderen herstellen
Verkeerde keuzes kunnen gevolgen hebben. Het is mogelijk dat je anderen schade hebt berokkend door verkeerde dingen te doen of door goede dingen na te laten. Ga dan na of er een mogelijkheid is om dat te herstellen. Het kan helpen om je verhaal open en eerlijk met iemand te delen. Misschien is de stap naar de ander (op dit moment nog) te groot. Bespreek dat eens met je coach of met iemand anders die je dat kan toevertrouwen. Dat kan een eerste stap zijn. En ook wanneer het niet mogelijk is in gesprek te gaan met degenen die je gekwetst hebt, kan die eerste stap toch belangrijk zijn. Jacobus roept op om ook deze stap naar herstel te zetten: "Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen,” schrijft hij. (Jacobus 5:16)

Vragen


Hoe ga jij om met zonden en met verkeerde keuzes die je maakt?

Wat helpt je om over je fouten en zonden te (gaan) praten?

Wanneer praat met God over je zonden en fouten?

Met wie heb jij iets goed te maken?

Welke stappen kun je daarvoor zetten?

Mail je antwoorden


De informatie die je ons toestuurt, wordt uitsluitend gebruikt om je een persoonlijke reactie te kunnen geven. Twee maanden na het laatste contact verwijderen wij de mailwisseling uit onze mailbox.

© Han Hoogendoorn / Fred v.d. Helm