Persoonlijk zelfonderzoek

Persoonlijk zelfonderzoek

Wanneer je meer vrijheid in je leven wilt ervaren, is het goed om dat verlangen concreet te maken. Op welk gebied wil je dat? Wat houdt je nu te veel bezig, wat heeft een te grote greep op je leven, wat sleep je misschien al jarenlang met je mee? Het kan ingewikkeld zijn om dat te benoemen, bijvoorbeeld omdat dit met gevoelens van schuld of schaamte gepaard gaat. Maar ook hier sta je er niet alleen voor. Jezus is erbij en Hij veroordeelt je niet. Zet je ook de volgende stap?  

"Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen," zegt Jezus in Johannes 12:47, en voegt eraan toe dat Hij gekomen is om de wereld te redden. In het Johannesevangelie (3:17) wordt dat al eerder gezegd. ”God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden.” God wijst niemand af die zich tot Hem keert. Hij kijkt niemand met de nek aan, zelfs niet degene die door iedereen aan de kant geschoven wordt. Dat maakt het daarmee heel aantrekkelijk Hem uit te nodigen om samen met jou na te gaan waar je belemmeringen in je leven ervaart. Je doet dan precies wat God graag wil, want God heeft van Zijn kant Zijn uitnodigende hand al naar ons uitgestoken.

Overzichtelijke zelfreflectie
Neem eens de tijd om een aantal zaken – letterlijk – op een rijtje te zetten. Dat kun je doen door een persoonlijke inventarisatie te maken van zaken die niet goed zijn gelopen en die je belemmeren. Omdat je dit voor jezelf doet, zal het je geen moeite kosten om dat op een eerlijke manier te doen. Het gaat immers over jouw herstelproces. Beperk je niet tot een enkel voorval, als er meerdere zaken zijn waar je (nog steeds) last van hebt. Als je dit op papier zet, hoeft dat niet beknopt te zijn. Het mag ook uitgebreid. Doe het op de manier waar jij je goed bij voelt. 

Maak een overzicht dat uit vijf kolommen bestaat. In de eerste kolom schrijf je de naam van mensen die met de kwestie te maken hebben. Om je op weg te helpen, kunnen deze vragen je misschien helpen:
Wie heeft je pijn gedaan?
Op wie kijk je neer?
Tegen wie koester je wrok?
Wie heb jij pijn gedaan?
Neem het overzicht erbij dat je in de vorige les gemaakt hebt. Dat helpt je al een beetje op weg.In de tweede kolom beschrijf je wat er is gebeurd. Wat heeft de ander jou aangedaan? Misschien ben je boos op die persoon of ben je juist bang voor hem of haar.

In de derde kolom schrijf je hoe dit voorval jouw leven heeft beïnvloed. Wat was het effect op jou toen dit destijds gebeurde en welke invloed heeft dat nog steeds op jou?

In de vierde kolom beschrijf je de schade dit bij jou heeft aangericht. Dat kan op sociaal gebied zijn, dus in jouw relatie met andere mensen. Misschien is je gevoel van veiligheid aangetast, heb je financieel schade geleden, durf je anderen nu niet meer te vertrouwen of is je gevoel van intimiteit geschonden. Ook op andere terreinen kun je schade hebben opgelopen.

In de vijfde kolom vermeld je wie jij pijn hebt gedaan door woorden en daden, maar ook doordat jij je niet aan beloften hebt gehouden of je niet aan begrijpelijke verwachtingen hebt voldaan.

In de laatste kolom geef je woorden aan je eigen aandeel in deze situatie. Denk daarbij niet alleen aan dingen die je gedaan hebt, maar betrek daar ook je houding en (afweer)reacties bij. En als het om dat laatste gaat, zijn er bijvoorbeeld mensen die vaak over hun omstandigheden klagen, die ondankbaar zijn, snel boos worden op anderen of zich juist in hun schulp terugtrekken. Misschien herken je daar bij jezelf iets van.

Als je serieus werk maakt van dit zelfonderzoek, is het mogelijk dat er uiteenlopende gevoelens naar boven komen. Dat is niet iets om van te schrikken. Laat je er niet door weerhouden om op papier te zetten wat je moeilijk vindt. En waar Jezus ook in het herstelproces naast je wil staan, doe je er goed aan om tijd te nemen om deze dingen met Hem te bespreken.