Borgen

Dicht bij God

Nu dit programma het einde nadert, is het goed om plannen te maken en vooruit te kijken. Hoe ga je straks verder als de laatste les is doorgenomen? Anders gezegd: hoe blijf je op het goede spoor?

In het traject dat we in de afgelopen periode hebben afgelegd, is steeds de nadruk gelegd op de eindeloze liefde die God voor ons heeft, Zijn goedheid die nooit eindigt en de heling die Hij voorstaat. Wanneer je met omstandigheden te maken hebt of krijgt, is het belangrijk om juist dat niet uit het oog te verliezen. Paulus zegt dat in zijn brief aan de Hebreeën (12:2) op deze manier: “Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: met de vreugde voor ogen die voor Hem in het verschiet lag, heeft Hij het kruis verdragen en de schande ervan aanvaard, en heeft Hij zijn plaats ingenomen aan de rechterzijde van de troon van God”. Ingewikkelde omstandigheden veranderen daar niet altijd door, maar wel de manier waarop je daarmee omgaat. Jezus hield dat Zelf voor ogen in de zwaarste tijd die Hij op aarde gekend heeft. 

Dat gold ook voor de kerk voor wie deze brief in eerste instantie bedoeld was. Vertrouwend op God werden zij door een tijd van hevige vervolging geleid: ze wisten dat God het beste voor hen bewaard had (Hebreeën 11: 40) en daar leefden ze uit en daar leefden ze naar. Het verlangen dat in hen leefde, mogen wij in ons leven ook alle ruimte geven.

Hoe blijf je op het goede spoor?
Als je Gods goedheid verder wil ontdekken en zicht wil houden op de sturing die God aan jouw leven wil geven, doe je er goed aan regelmatig in de Bijbel te lezen. Door alle geschiedenissen, poëzie en lessen heen, blijf je ontdekkingen doen. De Bijbel staat vol met getuigenissen die vertellen op welke manier Hij met mensen omgaat en welke intentie God daarbij heeft. Getuigenissen werken vaak aanstekelijk en kunnen je verlangen aanwakkeren om ook dicht bij God te blijven. 

David heeft vaak voor heel hete vuren gestaan, bijvoorbeeld toen hij door Saul werd opgejaagd om gedood te worden. Toen het gevaar was afgewend, schreef hij een gedicht, Psalm 18, waarin hij concludeerde: “met U storm ik af op een legerbende, met mijn God spring ik over de hoogste muur.” (Psalm 18:30) Hij had God om hulp geschreeuwd en merkte dat God hem tot steun en toeverlaat was. David beschrijft God te blijven danken en ziet dat het goed is om de richtlijnen van God na te volgen. Dit is een van de vele voorbeelden die laten zien hoe waardevol het is om dicht bij God te blijven. 

Van Zijn kant wil God ons vast blijven houden (Romeinen 8: 38+39). Dat kan ook, doordat Hij onze gedachten kent en weet waar wij ons mee bezig houden (Psalm 139:2). Hij kent ons door en door, en schrikt niet als we fouten begaan. Door dat voor ogen te houden, voorkom je veel onrust.Het is zoals de profeet Jesaja (30:15) zegt: ‘In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht.” Dat is het antwoord op onrust.

God wacht op ons
“En toch wacht de HEER op het ogenblik dat hij jullie genadig kan zijn;” vervolgt Jesaja (30:18), “toch zal hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht.” De omstandigheden, het verleden of verkeerde verlokkingen kunnen ons zo in beslag nemen, dat we het goede spoor uit het zicht dreigen te raken, ook al is dat maar eventjes. Wat is het dan goed te beseffen dat God de deur niet sluit. Je kunt jezelf afsluiten. Net als in de gelijkenis van de verloren zoon, blijft de Vader op uitkijk staan, niet om de jongste zoon de definitieve uitsluiting uit het gezin mee ter delen, maar om een hartgrondig ‘welkom terug’ uit te spreken.  (Lukas 15:11-24)

Het gebed gaat altijd door
Ook al kent God ons door en door, Hij vindt het fijn als wij ons verhaal met Hem delen. ‘God wil gebeden zijn,’ is het gezegde. En dat is niet bedoeld als een belastende verplichting, het is een uiting van diep verlangen. Ook als we niet meer weten wat we zouden kunnen bidden, zijn we niet alleen welkom bij Hem, maar mogen we weten dat niet alleen Jezus voor ons bij de Vader bidt en pleit (Romeinen 8:34), maar dat de heilige Geest dat ook doet (Romeinen 8:26+27). Die wetenschap geeft rust en vrede. Ook mag je erop vertrouwen dat de Geest je in de goede richting wil laten gaan. 

Leven met veerkracht
God heeft de kerk bedacht en bedoeld als plaats waar Zijn volgelingen bijeenkomen, op Hem gericht zijn en er ook voor elkaar zijn. Samen heb je méér veerkracht wanneer je betrokken bent op elkaar, samen huilt en samen lacht (1 Korinthiërs 12:26) en je elkaars lasten draagt (Galaten 6:2). De kerk is nooit bedoeld als een plaats waar mensen zich beter voordoen dan ze zijn, maar als een elkaar opbouwende gemeenschap. Het is goed om oog te hebben voor een ander, maar ook om steun te zoeken wanneer je dat zelf nodig hebt. 

Geven en daarnaast ontvangen mogelijk maken
Het getuigenis van de een, kan de ander verder op weg helpen. Het is daarom waardevol om jouw geschiedenis met God te delen met anderen. Zoals gezegd, stimuleert dat anderen, en tegelijkertijd bepaalt het je zelf ook weer bij wat God in jouw leven gedaan heeft. Het helpt jullie samen dus verder op de goede weg.